I haven't been everywhere, but it's on my list.
Het wordt nooit makkelijker, je wordt er wel steeds beter in
We ( ik, Tobias, Melanie en Anja) vullen onze flessen water bij en vertrekken naar het busstation. Op
naar Melaka: een vroeger ooit ook door Nederland bezet stadje. Bij het busstation wijst een mannetje: `'there check-in for boardingpass!"` Huh? We gaan toch met de bus en niet vliegen? We krijgen
een boardingpass en gate-number. Die gate is beneden te vinden. Daar staan allemaal banken voor een glazenschuifdeur. En jawel hoor, daar komt ze bus aan en we stappen in. We lachen om dit gekke
gebeuren.
Een dag later arriveer ik op LCCT, het low-cost vliegveld van Kuala lumpur. Dit doet eerder aan als een grote hal van een vliegbeurs dan een vliegveld. Ze noemen het misschien wel gates maar het zijn gewoon een miljard banken met wat uitgangen er omheen. Zo kan het ook dus. Het verbaasd me dat ik de enige witte toerist met een backpack ben in de massa van reizigers. Je zou ze juist wel verwachten daar waar goedkoop gevlogen kan worden. Reizen is wat je gebeurt als je andere dingen verwacht.
Aangekomen op Jakarta sms ik Hollandse vriend Tom dat ik er ben en hem zo zal zien. Hij smst terug met verrassend nieuws: hij zou vandaag nog niet aankomen. Morgenavond pas. Daar zit ik dan. In een nieuw vreemd land, in een stad die enorm is en ik er geen idee heb hoe ik van a naar b moet komen. Na wat communicatieve cultuurprobleempjes met wc's, busingangen, en het uitspringen van een bus die blijft rijden ( zo hoort dat hier als je eruit wilt), zit ik in mijn allereerste tuktuk tussen een enorme chaos en wirwar van verkeer. Overal scootertjes, chique en krakkemikkige voertuigen, tuktuks, teksi's met chauffeurs zonder en teksi's met chauffeurs met een rijbewijs en mensen die oversteken. Ik slaap in een hete kamer, zonder airco, vol hongerige muggen en een kuil in het matras. Een roestige spijker in mijn " ensuite" badkamertje om mijn handdoek aan op te hangen. Handig als ik ben fabriceer ik een stalage voor mijn klamboe en neem een heerlijke ijskoude douche. Slapen doe ik nadat ik een een lokale bar om de hoek mee heb gezongen met een soort karaoke-band en de 3 gezellige australiers van midden-30 welterusten heb gewenst.
I would rather be a small king than a big slave
De volgende morgen ontmoet ik Mustapha, een knappe vriendelijke egyptenaar/saudie-arabier die eruit ziet als een jamaicaan met een lippiercing. Hij knoopt een vriendschapsbandje voor het zoontje
van de restauranteigenaar en krijgt als dank enorme flessen bier. We kletsen over hoe het is om goedkoop rond te reizen en hij zegt: "Imagen that I slept in a 5 star-hotel this night, then I would
never met you!" Deze zin komt enorm binnen. Aangezien ik vanavond wel in een 5-sterren-hotel slaap! Zou het daar echt zo eenzaam zijn?
We gaan samen de junglesteegjes in en zoeken naar eten. Dit vinden we aan de kant van de weg in een piepklein restaurantje. Het is meer een glazenkast met gasformnuis en tafel ernaast. Voor 1,50 eten we de heerlijkste noedelsoep met kip, ei, en groentes en deze is voor de verandering precies als wat er ons werd beloofd: niet pittig. Even later in mijn hete hostel hangt hij met zijn hoofd naarvoren gebogen terwijl ik aan zijn haar trek. Hij wilde graag een zijn haar gemaakt touwtjesding. En laat ik daar nou een expert in zijn. Hij heeft de gekleurde touwtjes weer uit zijn tas tevoorschijn getoverd. Hij zegt dat ik lekker ruik, en dat vind ik moeilijk te geloven want onder mijn voeten is een plas zweet te vinden. Blijkbaar heeft hij een punt, want de muggen zijn het met hem eens. Later vandaag maar weer een glas cola met zout drinken. Hij brengt me naar het busstation alwaar me weer een verrassing staat te wachten. We verzamelen in een groot dicht bushok met rolluiken. De vrouwen aan de ene kant, de mannen aan de andere kant. Als de bus aankomt gaat er een rolluik omhoog en springen we over een hoog groot gat de bus in. Ik toren weer eens kilometers boven alle andere vrouwtjes uit en ben weer de enige witte. Bij de juiste bushalte vraag ik de weg naar het hotel waar ik Tom zal ontmoeten. " Een klein stukje lopen" volgens de locals. ik loop meer dan een uur met mijn zware tas door een donkere duistere stad. Ik zit erdoor heen en ben boos. Na elke hoek waarna ik nogsteeds geen hotel zie. Eenmaal aangekomen en na volledige check of ik wel bomvrij ben. " Are you sure you want to look inside my pack? It is full of really smelly clothes!" vraag ik de bewaker en ik maak een neus-dichtknijpend stink gebaar. De bewaker gelooft het wel. Even later gaat het ding alsnog door een scanner.
meer over mijn hotelavonturen in het volgende verhaal.
liefs uit Jakarta!
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}